Een akkoord over de nieuwe cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf leek binnen handbereik. Helaas bleek tijdens de extra onderhandelingsronde dat de vakbonden opnieuw niet bereid waren tot concessies. De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) heeft de vakbonden daarom een eindbod gedaan. De werkgevers stellen een loonsverhoging voor van 3% op 1 september 2019, 2% op 1 mei 2020 en 1% op 1 januari 2021. De vakbonden hebben tot 12 juni gelegenheid te reageren op het laatste bod van de werkgevers. De voorgestelde looptijd van de cao is 24 maanden.

Oudere werknemers ontzien
Het eindbod van de werkgevers bevat naast een fatsoenlijke loonsverhoging meer voorstellen. Zo zijn er diverse maatregelen opgenomen om oudere werknemers te ontzien en duurzame inzetbaarheid en sociale innovatie te bevorderen. De werkgevers hebben de intentie om 3.000 werknemers die nu nog een flexibel contract hebben aan een vaste baan helpen. De proef met het Generatiepact op vrijwillige basis willen wij voortzetten, waardoor oudere werknemers de kans om geleidelijk minder te gaan werken.

Seniorendagen
Het recht op seniorendagen blijft in het eindbod van de werkgevers bestaan. Nu werknemers langer vitaal blijven stellen wij voor om de seniorendagen niet te laten ingaan op de leeftijd van 53 jaar, maar op de leeftijd van 56 jaar, met een overgangsregeling voor de huidige werknemers in deze leeftijdsgroep. Werkgevers willen in samenwerking met opleidingsfondsen ouderen ondersteunen bij het aanleren van digitale vaardigheden. Een noodzakelijke ontwikkeling, omdat de sector Metaal en Techniek in hoog tempo digitaliseert.

Persoonlijk opleidingsbudget
Als het aan de werkgevers ligt, komen er 1.000 vouchers van 1.500 euro beschikbaar die werknemers kunnen inzetten als persoonlijk opleidingsbudget. Om uitzendkrachten te behouden voor de sector, kunnen ook zij gebruik maken van een deel van de vouchers.
Aandacht voor technologische ontwikkeling
De werkgevers vinden sociale en organisatorische innovatie belangrijk. In het eindbod is daarom een voorstel opgenomen om de cao-partijen samen met de opleidingsfondsen de gevolgen van de technologische ontwikkeling op het gebied van arbeid, opleiding en werkgelegenheid te laten bestuderen.